Moet er nog water zijn?

Water is een essentieel voedingsbestanddeel voor melkkoeien. Als koeien niet drinken, dan geven ze geen melk. En ze geven meer melk als de waterkwaliteit goed is. Sommige professoren uit de VS durven zelfs te stellen dat bij een derde van de melkveebedrijven die het een of ander productieprobleem heeft, de waterkwaliteit aan de basis ligt van het probleem. Er is nog altijd zeer weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar water bij melkvee. Hoeveel water moeten koeien kunnen drinken en zijn er elementen in water die een negatief effect kunnen hebben op het dier? 

Behoefte 

Slechts 20 tot 40% van de behoefte aan water komt uit het rantsoen. De andere 60 tot 80% komt uit drinkwater. We meten en weten bijna dagelijks onze bestanddelen van het rantsoen op kwaliteit en kwantiteit. Water verdient dezelfde aandacht. Proper water bevordert het drinken en de totale drogestofopname van een koe. Dit is nodig voor een goede penswerking, een voldoende passagesnelheid in het darmstelsel, en tevens een goede vertering en opname van voedingsstoffen.  

Er bestaan verschillende formules om de behoefte aan drinkwater te berekenen. Als vuistregel mag men zeggen dat per liter melk ongeveer 4.5 liter water nodig is. Vaak komt het erop neer dat lacterende koeien gemiddeld ongeveer 100 liter water per dag moeten kunnen drinken. Voor droogstaande koeien rekent men met ongeveer 40 à 50 liter. Natuurlijk zal een dier bij een warmere omgevingstemperatuur meer gaan drinken. Dit kan dan variëren van 1.2 tot 2 keer meer. Koeien in een vrijloopstal drinken ongeveer 6 keer per dag, dieren die aangebonden staan tot 14 keer. Een koe drinkt met een snelheid van 20 liter per minuut en de meeste drinkbeurten duren normaal gezien minder dan een minuut. 

Beschikbaarheid 

Voldoende debiet is dus een must. Dit kun je simpel testen door een emmer onder een drinkbak te plaatsen en te meten hoelang het duurt eer de emmer overloopt. Een niet te onderschatten factor bij debiet is biofilmvorming. Sommige bacteriën produceren biofilms, dus ook in leidingen. Deze zijn zeer moeilijk te verwijderen hebben dus vaak een effect op het debiet en op de smakelijkheid van water.  

De bereikbaarheid van drinkbakken is ook heel belangrijk. Op plaatsen waar er een lage bezetting is (afkalfstal, droogstaande groep) is een zelfdrinker (bv kleine komvormige drinkbakjes) meer geschikt. Bij grotere groepen koeien (>20 dieren) kiest men beter voor drinkbakken met een constant waterniveau van minimum 7 cm diep. Als vuistregel plaatst men best 1 bak per 10 – 20 koeien en nooit minder dan 2 reservoirs. Koeien geven de voorkeur om te drinken aan waterreservoirs laag bij de grond. Vaak worden drinkbakken te hoog geplaatst zodat vaarzen soms moeilijkheden hebben om vlot te kunnen drinken. Plaats de drinkbakken ook niet in hoeken of doodlopende gangen. Bij een proef waarbij men koeien gedurende 96 uur maar in de helft van hun behoefte voorzien werden, zag men de melkproductie op de 4e dag dalen tot 74%! Er werden evenwel geen tekenen van algemene ziekte opgemerkt, enkel een verhoogde agressie rond de drinkbak. Plaats een debietmeter in de stal en observeer uw koeien tijdens het drinken. Dit kan u vaak extra informatie opleveren. Koeien hebben ook een lichte voorkeur voor water met een temperatuur tussen de 15 en 25°C, ook bij warm weer. Het nadeel van lauw water is dat dit een broeihaard is voor allerlei bacteriën.  

Microbiologische kwaliteit 

Volwassen koeien verdragen vrij goed een hoog aantal bacteriën in water. Bij te hoge aantallen (> 1.000.000) zouden sommige kiemen kunnen interfereren met de pensbacteriën en leiden tot een verminderde opname van het rantsoen, maar hierover zijn weinig gedocumenteerde gegevens te vinden. Bij te hoge aantallen coliformen gaan koeien wel minder gaan drinken. Blauw-groene algen (“cyanobacteriën”), die meestal te vinden zijn bij stilstaand water (waterbakken/poelen), kunnen leiden tot diarree, zenuwstoornissen en leververgiftiging. Een koe heeft er toch alle voordeel bij dat het water bacteriologisch zuiver is. 

Mineralen en zuurtegraad 

Concentraties aan mineralen in drinkwater kunnen sterk verschillen tussen de bedrijven en zijn natuurlijk. Deze hebben tevens een significante bijdrage op de behoefte en men zou hier dus rekening mee moeten houden in de mineralensamenstelling van het voer. Vooral hoge gehaltes aan natrium en calcium vergen extra aandacht en dit zeker bij droogstaande koeien. Hardheid van water is een eigenschap die vooral rekening houdt met calcium en magnesium ionen. Er zijn momenteel echter geen studies die een effect van hardheid op de opname van drinkwater aantonen. De zuurtegraad of pH van water zou volgens sommige onderzoekers dan wel een effect kunnen hebben. Water met een pH groter dan 8.5 zou leiden tot verminderde aminozuren synthese of tot een tekort aan B-vitamines en water met een zure pH (lager dan 5.5) zou kunnen aanleiding geven tot chronische acidose (pensverzuring) waarbij melkproductiedaling, lager melkvetgehalte, wisselvallige eetlust en meer uitval tot de symptomen behoren. Volgens andere onderzoekers zijn er niet genoeg wetenschappelijke bewijzen dat pH of zuurtegraad een effect heeft op de wateropname of melkproductie van melkvee. Geen duidelijke boodschap dus. Te hoog ijzer of mangaan zouden volgens de literatuur geen negatief effect op de gezondheid van de koeien. Wel is het zo dat een te hoog ijzergehalte in het water de smaak ernstig kan beïnvloeden, waardoor de totale opname niet voldoende is. Anekdotisch zouden te hoge ijzergehaltes kunnen leiden tot een verminderde absorptie van zink en koper, een verhoogde ‘oxidatieve stress’ waardoor dieren dus veel gevoeliger zijn voor allerhande infecties (mastitis, baarmoederontsteking, nageboorte ophouden, diarree) en voor verminderde groei en/of melkproductie. Harde bewijzen zijn hiervoor echter ook niet te vinden in de literatuur. Sulfaten hebben echter wel een effect op onze koeien. In een eerste fase gaan dieren diarree vertonen, maar na een week passen dieren zich hieraan en hebben ze weer normale mest. Sulfaten belemmeren de opname van selenium, koper en vitamine E. Dieren die water drinken met meer dan 5000 mg/l sulfaat eten minder en drinken minder water. Te hoog nitraat in het water kan acute sterfte bij koeien veroorzaken. Nitraat wordt namelijk in de pens omgezet tot nitriet, wat vervolgens in de bloedbaan komt en bind aan de rode bloedcellen, die normaalgezien zuurstof binden. Daardoor verminderd de totale zuurstofcapaciteit van het dier en gaat het stikken. Bedrijven met hoge nitraatconcentraties hebben een langere tussenkalftijd. Nitraatconcentraties lager dan 44 mg/l worden als veilig aanzien. 

Conclusie

Beschikbaarheid en kwaliteit van drinkwater is bijzonder belangrijk voor de gezondheid en de productiviteit van dieren. Limiteren van water bij rundvee zal snel een negatief effect hebben op de productie en prestaties. Monitor regelmatig opname, beschikbaarheid en kwaliteit van het drinkwater.  

Deel dit met vrienden


Pieter Passchyn - Gert Langendries - Barbara Lambrecht - Eva Mievis - Detliff Velghe - Koen De Sutter
Groenhovestraat 10
8820 Torhout
050 670 352 - 0477 94 74 10