17% van de vaarzen haalt einde eerste lactatie niet!

Recent werd in Nederland een internationaal symposium gehouden over de voeding en gezondheid van ‘kalf tot vaars’. Verschillende gerenommeerde sprekers kwamen aan het woord, en ze waren het, althans over de meeste zaken, eens met elkaar...

In Nederland bestaat al een tijdje een berekeningsmodule, JONKOS, dat u kan helpen om de totale kostprijs van uw vaarzen te berekenen op maat van uw bedrijf. Wanneer men alle kostenposten samen telt (voerkost, gezondheidskosten, inseminaties, gebouwen, water, energie, arbeid, etc.. ) komt men tot een gemiddelde kostprijs van € 2222 per gekalfde vaars. Dit is gebaseerd op een bedrijf met 100 koeien, 30% vervanging en een afkalfleeftijd van 26 maanden. Ter info: dit zijn normale gemiddelden op een Nederlands melkveebedrijf. 

Natuurlijk is de variatie hier erg groot, wat dan ook zijn gevolgen heeft op de uiteindelijke kostprijs. Ook wanneer men dezelfde berekening maakt, maar dan geen euro’s toekent aan arbeid, komen we gemiddeld uit op € 1650 per vaars. Rekent men ook de gebouwen niet mee, dan eindigen we gemiddeld op € 1288. In het algemeen ziet men ook dat de meeste melkveehouders deze kostprijzen onderschatten. Het fokken tot een gekalfde vaars neemt ongeveer 17% van de totale kosten op een melkbedrijf in beslag. Indien men bijvoorbeeld de afkalfleeftijd met 2 maanden kan doen dalen, dan levert dit € 20 000 op! Om ditzelfde bedrag uit de melkveestapel te halen, moet op de meeste bedrijven de melkproductie stijgen met 10 tot 12%.

Doelstelling: leeftijd, gewicht en hoogte

Om de kostprijs te kunnen terugverdienen, moeten vaarzen minstens 2 lactaties melk geven. Alle dieren die de eerste lactatie niet overleven, zijn bijgevolg grote verliesposten. In totaal halen 17% van de kalveren het einde van hun eerste lactatie niet! Daarbij komt dat in veel landen 20 tot 35% van de vaarzen pas afkalft ouder dan 30 maanden. In Europa varieert de gemiddelde afkalfleeftijd tussen 25 en 29 maanden. De klassieke doelstelling bij vaarzen is deze te laten afkalven op 22-23 maanden met een gewicht van 620kg (voor afkalven) en een schofthoogte tussen 137-147cm. Een eerste advies is dan ook om niet meer te spreken van een afkalfleeftijd in maanden, maar in dagen (670 dagen). Wanneer we kalveren spenen op 70 dagen leeftijd op 80 kg, wil dit zeggen dat we nog 600 dagen hebben om 540kg bij te komen of gemiddeld 900gram/dag. Een voldoende eindgewicht bij afkalven garandeert tevens ook een hogere melkgift tijdens de eerste lactatie: per 70kg hoger eindgewicht, geven vaarzen 1000 liter meer melk!

Biest en melkgift

Iedereen is zich op vandaag al zeer bewust van het belang van een correcte biestverstrekking. Sommige melkveehouders sonderen standaard ieder kalf van bij de geboorte. Anderen echter laten kalveren de biest zelf via flesvoeding drinken. Welke is er nu best? Onderzoek toont aan dat beiden even goed zijn in het voorzien van voldoende antistoffen voor het jonge kalf. ‘Zo vlug mogelijk biest geven’ is ook een veralgemeend advies, want per uur dat je wacht om biest te verstrekken sluit de darmwand zich meer en kunnen antistoffen moeilijker opgenomen worden. Blijkt dat we dit toch wat moeten nuanceren. Onderzoek toont aan dat het inderdaad erg belangrijk is om zo snel mogelijk (binnen de 6 uur na de geboorte) zo veel mogelijk biest te geven. Maar wetenschappers zien geen verschil in opname van antistoffen tussen biestverstrekking op 6u of op 12u na de geboorte. Ook ziet men veel voordelen op korte en lange termijn wanneer met de eerste levensdagen nog 2e en 3e biest verstrekt.

Over de vraag hoeveel melk men moet verstrekken lopen de meningen toch ietwat uiteen. Ook het onderzoek hiernaar is zeker nog niet volledig. Ad libitum voeding krijgt bij de meesten de voorkeur want kalveren drinken in de natuur ook makkelijk 10 tot 15 liter melk per dag bij de zogende moeder. Kalveren die ad lib gevoederd worden, eten in het begin weliswaar minder krachtvoer, maar lijken in sommige onderzoeken na spenen een inhaalbeweging te maken. Op autopsie zag men ook dat ad lib kalveren een langere dunne darm hadden, waardoor ze dus beter in staat zijn om nutriënten op te nemen. Deze kalveren eten na het spenen ook meer krachtvoer dan kalveren die bv maar 5 liter melk/dag kregen. Gedragsstudies bij kalveren tonen aan dat kalveren die per twee gehouden worden vanaf een jonge leeftijd (eerste 2 levensweken), veel sneller krachtvoer zullen eten en bijgevolg ook een veel betere groei kennen. Er is veel verschil tussen kalveren in de snelheid waarmee gestart worden met het eten van krachtvoer. De onderzoekers geven als mogelijke verklaring aan dat de ‘persoonlijkheid’ van een kalf hier een belangrijke rol kan in spelen. Het ene kalf is veel nieuwsgieriger of slimmer dan het andere. Maar meer onderzoek is zeker nodig om tot praktische richtlijnen te komen. 

Naar een herkauwer

De meest stressvolle periode in het leven van een koe is de periode rond het spenen. Alle onderzoekers wezen er wel op dat hier eigenlijk nog niet zo veel onderzoek naar is gedaan. En nog veel minder naar de voeding van gespeende kalveren. Toch werden al enkele algemene adviezen meegegeven. Vroeg spenen (6 weken) is veel minder goed dan laat spenen (8 weken). Andere onderzoekers gingen nog een stapje verder en gaven aan dat kalveren pas gespeend mogen worden wanneer ze 2kg krachtvoer eten per dag. Deze hoeveelheid garandeert namelijk een groei van 1.2kg/dag tijdens de eerste week na spenen. Spenen moet hoe dan ook zeer geleidelijk gebeuren dwz in 2 tot 3 weken van maximale melkgift tot nul. Na spenen koos oa Alex Bach voor een droge TMR van krachtvoer en gehakseld stro. Zijn advies was ook om tot 200 dagen geen kuilvoeders te voederen!

 

Conclusie

De eerste 2 maanden in het leven van een kalf zijn cruciaal. Hier wordt echter nog te weinig aandacht aan besteedt. Cijfers bevestigen dit: 17% van de kalveren halen het einde van hun eerste lactatie niet! Dergelijke resultaten kunnen een grote impact hebben op de economie van het melkveebedrijf. Aan de andere kant is het frustrerend dat over die belangrijke periode (bv rond en na spenen) nog maar zeer weinig onderzoek is gedaan.
 

Deel dit met vrienden


Pieter Passchyn - Gert Langendries - Barbara Lambrecht
Groenhovestraat 10
8820 Torhout
050 670 352 - 0477 94 74 10